
Jurisprudentie
BB4608
Datum uitspraak2007-09-18
Datum gepubliceerd2007-10-02
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers96690 / KG ZA 07-301
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2007-10-02
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers96690 / KG ZA 07-301
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
Conservatoir beslag gelegd door de ontvanger ondanks ingestelde verzet tegen een dwangbevel.
De voorzieningenrechter overweegt dat een verzet ingevolge art. 17 Invorderingswet weliswaar schorsing van de tenuitvoerlegging van het dwangbevel teweegbrengt, maar dat het conservatoir beslag niet is aan te merken als tenuitvoerlegging van de dwangbevelen. Het door de Ontvanger (op basis van het verleende verlof van de voorzieningenrechter) gelegde conservatoir beslag strekt slechts tot bewaring van zijn rechten jegens Le Reseau uit hoofde van haar belastingschuld (welke conservatoire maatregel in een executiebeslag kan ‘‘overgaan’’ nadat aan de schorsing van de tenuitvoerlegging van het dwangbevel een einde is gekomen). Het leggen van dit beslag kan derhalve niet worden aangemerkt als een daad van invordering.
In dit verband overweegt de voorzieningenrechter dat – anders dan eiseres heeft betoogd – het conservatoir beslag in het onderhavige geval niet onmiddellijk executoriaal wordt omdat de Ontvanger weliswaar executoriale titels heeft verkregen door de uitvaardiging van de in geding zijnde dwangbevelen doch door de schorsende werking van het ingestelde verzet zijn deze executoriale titels niet voor tenuitvoerlegging vatbaar.
Uitspraak
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LE RESEAU B.V.,
gevestigd te Waterhuizen,
eiseres,
procureur mr. C.H.J. van der Maas,
tegen
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST / NOORD KANTOOR GRONINGEN,
kantoorhoudende te Groningen,
gedaagde,
gemachtigde mr. J. Teeuwissen.
Partijen zullen hierna Le Reseau B.V. en de Ontvanger genoemd worden.
1. De procedure
...
2. De feiten
2.1. Aan Le Reseau zijn diverse aanslagen opgelegd, waarvan tot op heden drie (aanslagnummers 8121.59.597 A 01.6501, 8121.59.597 A 01.6506, 8121.59.597 F 01.6120) onbetaald zijn gebleven. Op grond hiervan is Le Reseau thans EUR 16.176,-- aan de Ontvanger verschuldigd.
Terzake van deze aanslagen zijn op respectievelijk 8 mei 2007, 22 maart 2007 en 13 april 2007 dwangbevelen aan Le Reseau betekend.
Bij dagvaarding van 3 september 2007 is Le Reseau bij deze rechtbank tegen de tenuitvoerlegging van deze dwangbevelen in verzet gekomen.
2.2. Op 10 september 2007 heeft de Ontvanger – na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank – in verband met vorengenoemde aanslagen conservatoir beslag doen leggen op de aan Le Reseau toebehorende roerende zaken die zich bevinden in het pand Waterhuizen 7 te Waterhuizen.
2.3. Op dat adres zijn naast Le Reseau een eenmanszaak van H.J.J. Hensen, bestuurder van Le Reseau, en de Stichting Software Borg gevestigd. Deze drie bedrijven maken gebruik van dezelfde kantoorruimte en kantoorinventaris.
Begin van dit jaar is door de Ontvanger executoriaal beslag ten laste van de eenmanszaak van Hensen gelegd op alle zich in het pand Waterhuizen 7 te Waterhuizen bevindende roerende zaken.
3. Het geschil
3.1. Le Reseau B.V. vordert - samengevat - opheffing van het gelegde conservatoir beslag.
3.2. De Ontvanger voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De opheffing van een conservatoir beslag kan onder meer worden bevolen, indien op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd, summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld.
4.2. Le Reseau heeft aangevoerd dat door het ingestelde verzet ex art. 17 Invorderingswet de tenuitvoerlegging van de dwangbevelen is geschorst en dat het leggen van conservatoir beslag door de Ontvanger misbruik van recht oplevert.
4.3. De voorzieningenrechter overweegt dat een verzet ingevolge art. 17 Invorderingswet weliswaar schorsing van de tenuitvoerlegging van het dwangbevel teweegbrengt, maar dat het conservatoir beslag niet is aan te merken als tenuitvoerlegging van de dwangbevelen. Het door de Ontvanger (op basis van het verleende verlof van de voorzieningenrechter) gelegde conservatoir beslag strekt slechts tot bewaring van zijn rechten jegens Le Reseau uit hoofde van haar belastingschuld (welke conservatoire maatregel in een executiebeslag kan ‘‘overgaan’’ nadat aan de schorsing van de tenuitvoerlegging van het dwangbevel een einde is gekomen). Het leggen van dit beslag kan derhalve niet worden aangemerkt als een daad van invordering.
In dit verband overweegt de voorzieningenrechter dat – anders dan eiseres heeft betoogd – het conservatoir beslag in het onderhavige geval niet onmiddellijk executoriaal wordt omdat de Ontvanger weliswaar executoriale titels heeft verkregen door de uitvaardiging van de in geding zijnde dwangbevelen doch door de schorsende werking van het ingestelde verzet zijn deze executoriale titels niet voor tenuitvoerlegging vatbaar. Derhalve is niet aan alle in artikel 704 Rv vermelde voorwaarden voldaan teneinde een conservatoir beslag te doen overgaan in een executoriaal beslag.
De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat het leggen van dit conservatoir beslag niet in strijd is met de schorsende werking van een ingesteld verzet tegen een dwangbevel.
4.4. Verder heeft Le Reseau gesteld dat op de roerende zaken in het pand Waterhuizen 7 te Waterhuizen reeds beslag is gelegd voor een privé schuld van Hensen en dat de Ontvanger daarom geen belang heeft bij het onderhavige beslag.
De voorzieningenrechter overweegt daaromtrent dat eenzelfde beslaglegger voor verschillende schulden diverse conservatoire beslagen op dezelfde objecten kan (doen) leggen.
Indien in casu de privé schuld van Hensen zou worden voldaan waardoor het op grond daarvan gelegde conservatoire beslag zou worden opgeheven, behoudt de Ontvanger immers belang bij het op 10 september 2007 gelegde conservatoir beslag.
4.5. Gelet op het vorenoverwogene wordt de gevraagde voorziening afgewezen.
Le Reseau B.V. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Ontvanger worden begroot op:
- vast recht EUR 251,00
- salaris gemachtigde 816,00
Totaal EUR 1.067,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen af;
5.2. veroordeelt Le Reseau B.V. in de proceskosten, aan de zijde van de Ontvanger tot op heden begroot op EUR 1.067,00;
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Praktiek en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2007.?